Volgens Fluge en kollega's van het Haukland Universitair Ziekenhuis Bergen (Noorwegen), leidt
Rituximab (MabThera), een medicijn dat B cellen gedurende enige tijd uitschakelt,
met een vertraging van 2 tot 7 maanden
tot een tijdelijke afname van het gehele klachtenpatroon bij tweederde van de patiënten.
De onderzoekers konkluderen op basis van hun bevindingen dat
ME/CVS een auto-immuunziekte is, hetgeen me wel wat voorbarig lijkt.
Het lijkt me ook risikovol om B-cellen uit te schakelen als er actieve infecties aanwezig zijn.
Hoe het ook zij, deze studie toont wederom aan
dat ME/CVS niets te maken heeft "dysfunctionele gedachten" en
dat het afweersysteem een centrale rol speelt als het gaat om de oorza(a)k(en) van ME/CVS.
Voor een berichtgeving in de Noorse media, klik op onderstaand logo:
Voor een interview met dr. David Bell, klik op onderstaand logo:
Voor berichtgeving in de media, klik op onderstaande logo's:
De "kritiek" van de "vermoeidheidsdeskundigen" (stel je voor dat ME/CVS inderdaad een ziekte van het afweersysteem is en
stel je voor dat iets anders dan CGT zou werken!):
Rituximab in CFS; more research needed
Van der Meer, Lloyd, Buchwald et al.
http://www.meassociation.org.uk/?p=8603
Voor de berichtgeving in de Noorse media (met Nederlandse ondertiteling van Ramzyy),
klik op onderstaand logo:
voor vragen en antwoorden m.b.t. de Noorse rituximab-studie, klik op onderstaand logo:
Benefit from B-lymphocyte depletion using the anti-CD20 antibody rituximab in chronic fatigue syndrome. A double-blind and placebo-controlled study
PLoS ONE. 2011:6(10): e26358. doi:10.1371/journal.pone.0026358.
Øystein Fluge, Ove Bruland, Kristin Risa, Anette Storstein, Einar K. Kristoffersen, Dipak Sapkota, Halvor Næss, Olav Dahl, Harald Nyland, Olav Mella.
Abstract
Background
Chronic fatigue syndrome (CFS) is a disease of unknown aetiology.
Major CFS symptom relief during cancer chemotherapy
in a patient with synchronous CFS and lymphoma
spurred a pilot study of
B-lymphocyte depletion using the anti-CD20 antibody Rituximab,
which demonstrated significant clinical response in three CFS patients.
Methods and Findings
In this double-blind, placebo-controlled phase II study (NCT00848692),
30 CFS patients were randomised to either Rituximab 500 mg/m2 or saline,
given twice two weeks apart, with follow-up for 12 months.
Xenotropic murine leukemia virus-related virus (XMRV)
was not detected in any of the patients.
The responses generally affected all CFS symptoms.
Major or moderate overall response,
defined as lasting improvements in self-reported Fatigue score during follow-up,
was seen
in 10 out of 15 patients (67%) in the Rituximab group and
in two out of 15 patients (13%) in the Placebo group (p = 0.003).
Mean response duration within the follow-up period for
the 10 responders to Rituximab was 25 weeks (range 8–44).
Four Rituximab patients had clinical response durations past the study period.
General linear models for repeated measures of Fatigue scores during follow-up
showed a significant interaction between time and intervention group
(p = 0.018 for self-reported, and p = 0.024 for physician-assessed),
with differences between the Rituximab and Placebo groups
between 6–10 months after intervention.
The primary end-point,
defined as effect on self-reported Fatigue score months after intervention,
was negative.
There were no serious adverse events.
Two patients in the Rituximab group with pre-existing psoriasis
experienced moderate psoriasis worsening.
Conclusion
The delayed responses starting from 2–7 months after Rituximab treatment,
in spite of rapid B-cell depletion,
suggests that
CFS is an autoimmune disease and
may be consistent with
the gradual elimination of autoantibodies preceding clinical responses.
The present findings will impact future research efforts in CFS.
Samenvatting:
http://www.plosone.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0026358
Uitgebreid verslag van deze studie:
http://www.plosone.org/article/fetchObjectAttachment.action?uri=info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0026358&representation=PDF
|