Disclaimer
Deze rubriek beschrijft het afweersysteem en de immuunresponse in hoofdlijnen.
Ten aanzien van bepaalde aspecten bestaat binnen de wetenschap nog discussie.
Zo zijn bijv. de details m.b.t. de Th17-immuunresponse nog niet geheel duidelijk.
Los van discussiepunten denk ik dat deze samenvatting een redelijk overzicht geeft.
Inleiding
Grof samengevat kent het afweersysteem de volgende drie verdedigingslinies.
Barrière 1: de huid: externe niet-specifieke afweer
Barrière 2: de slijmvliezen en zuur: de interne niet-specifieke afweer.
Barrière 3: het immuunsysteem: de specifieke en de algemene/aspecifieke afweer.
Specifieke afweer: de afweer die wordt geactiveerd ter bestrijding van een specifieke ziekteverwekker,
met een hoofdrol voor
T-helper-cellen,
B-cellen en
cytotoxische T-cellen.
B-cellen (plasmacellen) maken antistoffen aan en markeren zo "de indringer" (bacterie etc.).
Bij virussen zorgen de antistoffen er voor dat ze geen cellen meer binnen kunnen gaan.
Bij bacteriën zorgen antistoffen en complementfactoren
er samen voor dat óf de cel kapot gaat óf makkelijk vernietigd kan worden door fagocyten
(neutrofielen,
macrofagen etc).
De specifieke afweer is onder te verdelen in
cellulaire afweer en
humorale afweer.
Het humorale (extracellulaire) afweersysteem richt zich op het lichaamsvocht (bloed etc.),
het (intra)cellulaire afweersysteem richt zich op zieke (geïnfecteerde) celllen.
Aspecifieke afweer: stoffen en cellen die zich niet specifiek richten op een ziekteverwekker.
Fagocyten zijn cellen die andere cellen vernietigen ('opeten',
fagocytose) en eventueel het antigeen op hun celoppervlak plaatsen
zodat het in de lymfeknopen kan worden gepre-senteerd aan andere witte bloedcellen waarmee de specifieke afweer wordt geactiveerd.
De hoofdrolspelers in het afweersysteem zijn:
leukocyten (witte bloed-cellen), cytokines (eiwitten die gebruikt worden voor de interne communicatie), antilichamen en complement.
Immuuncellen (de "uitvoerders")
We onderscheiden de volgende soorten immuuncellen (leukocyten, witte bloedcellen)):
Leukocyten worden onderscheiden op basis van eiwitten (merkstoffen) op het oppervlak
van de lymfocyt, de zogenaamde CD-merkers. Door gebruik te maken van antilichamen specifiek gericht tegen bepaalde CD-merkers kan bepaald worden welk celtype het betreft.
Enkele belangrijke CD-markers zijn hieronder weergegeven
Voor een uitgebreider overzicht van CD-markers:
klik hier.
Cytokines (de "communicatiemiddelen")
Afweercellen communiceren m.b.v. cytokines (eiwitten die als "boodschap" fungeren,
teneinde de groei en deling van andere lymfocyten te stimuleren of af te remmen).
Een deel van het communicatienetwerk (afweercellen en cytokines) ziet er als volgt uit:
bron: biocarta (http://www.biocarta.com/pathfiles/h_cytokinePathway.asp)
Voor een overzicht van de meeste relevante cytokines, klik op onderstaande afbeelding:
bron:
Yu et al. Immunopathological roles of cytokines, chemokines, signaling molecules,
and pattern-recognition receptors in systemic lupus erythematosus.
Clinical and Developmental Immunology. 2012. doi:10.1155/2012/715190.
http://downloads.hindawi.com/journals/cdi/2012/715190.pdf
Immuunresponse (de "acties"):
|
dendritische cel:
een antigeen-presenterende cel
|
Antigeen-presenterende cellen zijn de "surveillanten" van het afweersysteem.
Drie belangrijke antigeen-presenterende cellen zijn:
dendritische cellen, macrofagen en (specifieke) B cellen
De antigeen-presenterende cellen tonen de antigenen, zoals pathogenen,
aan T-cellen, die vervolgens getransformeerd worden naar
"cytotoxische" CD8+ cellen (T killer-cellen)
of CD4+ T-helper cellen.
|
differentiatie van T cellen
|
Op basis van de cytokines die door
antigeen-presenterende cellen afgescheiden worden
zullen CD4+ T helper (Th0) cellen
zichzelf transformeren naar Th1-, Th2-, Th17 of Treg-cellen.
- IL-12-afgifte stimuleert de (intra)cellulaire (Th1) immuunresponse
(via IFNγ en TNFα),
met een hoofdrol voor macrofagen, cytotoxische T cellen en NK-cellen.
- IL-4 activeert de humorale
(extracellulaire) (Th2) immuunresponse (via IL-4, -5 en -10),
waarin plasmacellen (B-cellen die antistoffen aanmaken) als hoofduitvoerders optreden,
- De Th17-immuunresponse, met een hoofdrol voor
neutrofielen en
macrofagen,
wordt gestimuleerd door de aanwezigheid van TGF-β, IL-1β
en IL-6, IL-21 of IL-23 .
- Treg-cellen (T-suppressor-, T-remmer- of regulatorische T-cellen) geactiveerd door TGFβ.
Tegengestelde acties (het "evenwicht"):
De immuunresponses remmen elkaar af via cytokines (zie onderstaande afbeelding).
De Treg-cellen remmen de Th1- en Th2-immuunresponses af via IL-10 en TGFβ-afgifte.
Omdat IL-4 en IL-10, geproduceerd door het humorale afweersysteem, de Th1-response
afremt en IFNγ, aangemaakt door het cellulaire afweersysteem, de Th2-response onderdrukt,
houden de immuunresponses elkaar in normale omstandigheden in evenwicht.
Een probleem kan ontstaan wanneer het immuunsysteem (bijv. de Th2-afweerresponse) langdurig geactiveerd wordt,
omdat daarmee andere delen van het afweersysteem
(bijv. de cellulaire immuniteit/Th1-afweerresponse) permanent onderdrukt worden.
Immunologische afwijkingen in ME/CVS
Afwijkingen die herhaald in ME/CVS-patiënten (of grote subgroepen) aangetoond zijn,
kunnen in de volgende vier categorieën onderverdeeld worden:
- inflammatie, o.a. verhoogde concentraties NF-kB, IL-1 en TNF-α.
- immuunactivatie, waarbij de Th2-iummunresponse lijkt te overheersen
- immuunsuppressie: verminderde werkzaamheid NK (en T) cellen, Th1, IgG-tekorten, etc.
- immuundisfunctie: Th2-dominantie, RNAse-L-fragmentatie etc.
|