bron:
Chronic fatigue syndrome:
Harvey and Wessely's (bio)psychosocial model
versus a bio(psychosocial) model
based on inflammatory and oxidative and nitrosative stress pathways.
Maes M, Twisk FNM.
BMC Med. 2010 Jun 15;8:35. PMID: 20550693. doi: 10.1186/1741-7015-8-35.
https://bmcmedicine.biomedcentral.com/articles/10.1186/1741-7015-8-35
De 'behandeling' voor CVS/'ME' van het Nederlands Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid (NKCV)
wordt gerechtvaardigd door het (bio)psychosociale verklaringsmodel van Vercoulen e.a..
In de visie van het NKCV is CVS synoniem aan 'chronische vermoeidheid' en '(fysieke) beperkingen'.
Volgens dit 'verklaringsmodel' wordt de chronische vermoeidheid in stand gehouden door
(verminderde) fysieke actviteit, als gevolg van bewegingsangst en andere 'causale attributies', en
overdreven aandacht voor 'lichamelijke sensaties', zoals pijn en spierzwakte (focusing on symptoms).
Al eerder is gebleken dat belangrijke pijlers van dit 'verklaringsmodel' onjuist zijn.
Zo stelde het NKCV zelf vast dat 'deconditionering' géén 'instandhoudende factor' is en
dat vermindering van 'vermoeidheid' niet weerspiegeld wordt in een hoger activiteitenniveau
Song en Jason toonden in 2005 (!) al aan dat het verklaringsmodel als geheel van toepassing is
voor chronische vermoeidheid met psychische oorzaken, maar niet voor CVS-patiënten.
Het proefschrift van Sunnquist uit 2016 bevestigde dat het 'verklaringsmodel' onhoudbaar is.
Een deel van de bevindingen van het proefschrift is onlangs als artikel verschenen.
Een grafische weergave van de bevindingen in dit artikel:
Jammer genoeg is het artikel minder uitgebreid dan het oorspronkelijke proefschrift,
maar de constatering dat 'causale attributies' (het toeschrijven van symptomen aan
een lichamelijke verklaring) geen invloed hebben op het (fysieke) activiteitenniveau en
het feit dat de (cor)relatie tussen (fysieke) beperkingen en activiteitenniveau minder sterk is
naarmate patiënten aan strengere diagnosecriteria voldoen, zijn uitermate relevant.
Overigens is de constatering van Sunnquist dat de methoden van Vercoulen en Jason e.a.
uitsluitend gebruikt kunnen worden om een (statistisch) verband te vinden tussen twee variabelen en
niet geschikt zijn om een oorzaak-gevolg-relatie vast te stellen, wellicht het meest relevant.
A reexamination of the cognitive behavioural model of chronic fatigue syndrome.
Sunnquist M, Jason LA.
J Clin Psychol. 2018;1-12. doi: 10.1002/jclp.22593.
Abstract
Objective
The cognitive behavioral model of chronic fatigue syndrome (CFS)
suggests that
cognitions and reduced activity level
perpetuate the fatigue and impairment that individuals with CFS experience.
The two empirical evaluations of this model resulted in conflicting findings.
The current study examines
the influence of case definition fulfillment
on the applicability of this model to CFS.
Method
A moderated mediation analysis was conducted on 990 individuals with CFS
to reexamine the behavioral pathway of this model.
Case definition fulfillment was entered as a moderator.
Results
Findings were generally inconsistent with
the cognitive behavioral model of CFS.
Case definition fulfillment significantly
moderated the relation between activity level and physical impairment (β = -0.08, p = 0.03);
individuals who met more stringent case definitions
demonstrated a weaker relation between activity level and impairment.
Conclusions
This model may not accurately represent the experience of individuals with CFS,
particularly those who fulfill more stringent case definitions.
Keywords
Case definition, chronic fatigue syndrome, cognitive behavioural model, graded exercise, myalgic encephalomyelitis
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29457646
http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/jclp.22593/full
|