Follow FrankTwisk on Twitter  
   

 

 

 

 

Twisk-Maes-Festvag:

Graduele oefentherapie

is potentieel schadelijk

voor CVS-patiënten

(Tidsskrift for

Den norske legeforening).

 

 

 

 


 

Onze brief naar aanleiding van een artikel van Larun en Malterud over CGT/GET is gepubliceerd in het Noorse medische tijdschrift Tidsskrift for Den norske legeforening.

 

Hieronder een vertaling van onze brief (voor de Noorse versie: klik hier).

 

 


 

 

 

 

Gradert treningsterapi kan ha skadelige effekter.

Graduele oefentherapie (GET) kan schadelijke effecten hebben voor CVS-patiënten.

 

 

Brief aan de redactie

 

http://www.tidsskriftet.no/index.php?seks_id=2095718

 

 

In Tidsskrift for Den norske legeforening nummer 3 (2011) stellen Larun en Malterud dat (individuele) oefentherapie (GET) positieve effecten heeft op de gezondheid van mensen met CVS en dat onderzoek geen aanwijzingen geeft dat deze therapie gepaard gaat met bijwerkingen, bijvoorbeeld in de vorm van meer pijn (1).

 

De stelling dat oefentherapie een effectieve behandeling is voor CVS is niet houdbaar. White en collega's (2) vonden in een onlangs gepubliceerde studie dat slechts 28% van mensen met "chronische vermoeidheid"; bovengemiddel­de scores (mediaan ± 1 SD) voor vermoeidheid en fysieke functie bereikten m.b.v. oefentherapie (GET), vergeleken met 15% voor standaard-medische behandeling. Het placebo-effect voor "gedragsinterventies" is 14%.

 

De verbetering in termen van vermoeidheid en lichamelijk functio­neren werd niet weerspiegeld in een significante objectieve verbetering in fysieke activiteit. Als men de enige objectieve maatstaf - aantal meters gewandeld in zes minuten - in aanmerking neemt, dan kan men cognitieve gedragstherapie (CGT) en oefentherapie (GET) niet eens "matig effectief" noemen (2).

 

Onze stelling is dat inspanning een negatief effect heeft op veel patiënten (3). Dit kan worden verklaard door het feit dat inspanning reeds aanwezige pathologische abnormaliteiten intensiveert: inflammatie (ontsteking), nitrosative en oxidatieve stress, verhoogde pijngevoeligheid, etc. (3).

 

Een onlangs gepubliceerde studie toonde aan dat cognitieve gedragsthe­rapie (CGT) / graduele oefentherapie (GET) de kwaliteit van het leven niet verbetert. Integendeel, het fysiek functioneren en de scores voor fysiek pijn verslechterden (4). De resultaten onderbouwen volgens de auteurs de "omstreden" bevindingen van Twisk en Maes (3).

 

Een 1 jaar follow-up van één van de zeven door Larun en Malterud (1) aangehaalde studies (5) toonde aan dat cognitieve gedragstherapie (CGT), oefentherapie (GET), anaerobe training of ontspanningstherapie een negatief effect had op het fysieke functioneren van 58% van de patiënten (5). Deze patiëntengroep vertoonde tekenen van activering van het immuunsysteem.

 

Wij menen dan ook dat de conclusie van Larun en Malterud dat toekomstig onderzoek waarschijnlijk de aanbeveling voor (individuele) oefentherapie zal bevestigen, niet houdbaar is. Integendeel, er zijn sterke aanwijzingen dat zowel cognitieve gedragstherapie als (individuele) oefentherapie een negatief effect heeft op veel CVS-patiënten.

 

 

Literatuur:

  1. Larun L, Malterud K. Treningsbehandling ved kronisk utmattelsessyndrom. Tidsskr Nor Legeforen 2011; 131: 231-6.
  2. White PD, Goldsmith KA, Johnson AL et al. Comparison of adaptive pacing therapy, cognitive behaviour therapy, graded exercise therapy, and specialist medical care for chronic fatigue syndrome (PACE): a randomised trial. Lancet 2011; 377: 823–36.
  3. Twisk FNM, Maes M. A review on cognitive behavorial therapy (CBT) and graded exercise therapy (GET) in myalgic encephalomyelitis (ME)/chronic fatigue syndrome (CFS): CBT/GET is not only ineffective and not evidence-based, but also potentially harmful for many patients with ME/CFS. Neuro Endocr Lett 2009; 30: 284–99.
  4. Núñez M, Fernández-Solà J, Nuñez E et al. Health-related quality of life in patients with chronic fatigue syndrome: group cognitive behavioural therapy and graded exercise versus usual treatment. A randomised controlled trial with 1 year of follow-up. Clin Rheumatol 2011; 30: 381–9.
  5. Jason LA, Torres-Harding S, Brown M et al. Predictors of change following participation in non-pharmacologic interventions for CFS. Tropical Medicine and Health 2008; 36: 23–32.

 


 

Met dank aan Lillian Festvåg voor het vertalen en aanvullen van onze brief en Ellen en Kathy.