Follow FrankTwisk on Twitter  
   

 

 

 

 

Jason:

CGT

bij "lichte gevallen van CVS"

nauwelijks "effektiever"

dan ontspanningstherapie

 

 

 


 

Regelmatig verschijnen er studies van representanten van de biopsychosociale school

die "aantonen" dat CGT (vaak in kombinatie met graduele inspanningstherapie of GET)

tot aanzienlijk herstel leidt bij grote groepen "CVS-patiënten".

 

Zo verscheen er onlangs een studie van het "Expertisecentrum Chronische Vermoeidheid" waarin men konkludeert dat CGT (GET) ook in de praktijk een daverend succes is: klik hier.

Maar dan moet je wel kreatief om gaan met de feiten: selektiekriteria, afvallers, "succes", etc..

 

 

Die "verkoopverhalen" staan in schril kontrast met ervaringen van patiënten: klik hier en hier.

Die ervaringscijfers komen vrij goed overeen met de ervaringen zoals die in een bijlage

van het rapport aan de Chief Medical Officer in 2002 vermeld werden: klik hier.

 

In 2005 verscheen reeds een studie van prof.  Jason en kollega's die aantoonde dat

de grondgedachten van het gedragstherapie-model of Vercoulen-model

(dysfunktionele gedachten, bewegingsangst, overdreven aandacht voor pijn etc)

niet van toepassing zijn op CVS (maar alleen op psychische aandoeningen): klik hier

 

 


 

Eind 2007 verscheen een "vergelijkend warenonderzoek naar CGT" van Jason et al.

 

114 mensen met CVS werden onderworpen aan één van de volgende "behandelingen":

  • Cognitieve Gedragstherapie (CGT): inklusief graduele inspanningstherapie (GET).
  • Cognitieve Therapie (COT): zoeken naar de balans tussen activiteit en ("pacing").
  • Anaerobische oefening (ACT): lichte lichamelijke oefeningen (praktisch en prettig).
  • Ontspanningstechnieken (RELAX): nadruk op slapen, angst en ziektetolerantie.

Alle 114x13 "behandelingen" werden door dezelfde twee verpleegsters uitgevoerd.

I.v.m. het frekwent reizen etc. konden alleen "lichte gevallen" aan de studie deelnemen .

 

De resultaten waren zeer bedroevend:

  • 10 deelnemers waren na afloop van de behandeling geen "CVS-patiënt" meer (9%).
  • 4 daarvan hadden CGT (en GET) ondergaan (succespercentage CGT: 20%!).
  • De verbetering was gemiddeld gesproken niet erg groot: 20%
  • Van herstel m.b.t. CGT/GET (zeker op grote schaal) is zeer zeker geen sprake!

  • Het verschil tussen CGT en ontspanningsoefeningen is te verwaarlozen: 20% vs. 8%.
  • Omdat de onderlinge verschillen tussen de vier "behandelingen" zeer klein waren,
  • is het aannemelijk dat het positieve effekt grotendeels te danken is aan "aandacht".

 

 


 

Non-pharmacologic Interventions for CFS: A Randomized Trial

Journal of Clinical Psychology in Medical Settings, Volume 14, Number 4, 2007, 275-296.

Jason LA, Torres-Harding S, Friedberg F, Corradi K, Njoku MG, Donalek J, Reynolds N, Brown M, Weitner BB, Rademaker A and PapernikM.

 

 

 

Abstract 

 

Non-pharmacological behavioral treatments for CFS have been suggested as promising.

 

These trials have tested protocols composed of behavioral, cognitive and cognitive–behavioral interventions but there have been few efforts to differentially evaluate their outcomes.

 

The primary purpose of the current study was to evaluate the effectiveness of nurse delivered non-pharmacologic interventions.

 

In the present study, 114 participants diagnosed with CFS were randomly assigned to four 6-month interventions.

 

The interventions were:

  • cognitive–behavior therapy,
  • cognitive therapy,
  • anaerobic activity, and
  • a relaxation control group.

 

The study found that these interventions led to increases in several areas of functioning, with more consistent changes occurring among those participants in the cognitive condition.

 

For the 25 variables in this study, significant change occurred for 28%, 20%, 16%, and 12% of the variables for the cognitive, cognitive behavior therapy, anaerobic activity, and relaxation conditions, respectively.

 

However, the majority of participants continued to be diagnosed with CFS following the treatment trial.

 

Implications of these findings are discussed.

 

 

 

DOI  10.1007/s10880-007-9090-7

 

 

bron:

http://www.springerlink.com/content/32146055u33q3h87

 

 

 


 

Berichtgeving door de ME/CVS-Stichting:

 

 

Jason: CGT maakt mobiele CVS-patiënten twintig procent beter

 

 

Omdat er nog geen medicijnen voor ME/CVS bestaan, zijn er de laatste jaren hulpprogramma's voor CVS ontwikkeld - "interventions" zeggen de Amerikanen - die gericht zijn op klachtenmanagement of symptoomverlichting.

 

Daarbij wordt vooral de expertise van psychologen en fysiotherapeuten ingeschakeld. De Amerikaanse onderzoeker Leonard Jason nu heeft een viertal gangbare interventies van dat type met elkaar vergeleken om te weten te komen welke van die vier het meeste helpt.

 

Het rendement van alle vier interventies noemt hij "bescheiden", zeker als je in aanmerking neemt dat niet-mobiele CVS-patiënten van deelname werden uitgesloten.

 

Negentig procent van de deelnemers was één jaar na afloop van de behandeling nog steeds CVS-patiënt. In het gunstigste geval gingen patiënten er 28 procent op vooruit, in de ongunstigste geval 12 procent.

 

In bijgaande tabel ziet u een overzicht.

 

 

Percentage verbetering

cognitieve gedragstherapie (CGT)

20

cognitieve therapie (COT)

28

anaerobische oefening (ACT)

16

ontspanningsoefening (RELAX)

12

 

Cognitieve Gedragstherapie (CGT): In deze interventie neemt "Graded exercise" - het opvoeren van de beweging - een belangrijke plaats in. De gesprekken gaan over de voor- en nadelen van bewegen vergeleken met die van niet-bewegen. De bewegings-angst wordt uitgedaagd, evenals negatieve automatische gedachten ("NATs").

 

Cognitieve Therapie (COT): Deze interventie lijkt in de opzet van Friedberg het meest op "pacing". Het vinden van een goede balans tussen activiteit en rust is het hoofddoel.

 

Anaerobische oefening (ACT): In deze interventie ligt het accent op lichamelijke oefeningen die praktisch en prettig zijn. Staci Stevens probeert de cursisten fysiek verder te brengen, zodat alledaags huishoudelijk werk verlicht wordt en de kwaliteit van leven omhoog gaat.

 

Ontspanningsoefening (RELAX). Fred Friedberg demonstreert en oefent in de­ze interventie diverse ontspanningstechnieken. De achterliggende gedachten daarbij zijn: reductie van slaapstoornissen en angst, en opvoering van ziektetolerantie.

 

De opzet van dit Chicagose onderzoek was bijzonder. De interventies werden namelijk gegeven door twee HBO-verpleegkundigen met jarenlange ervaring in psychotherapie. Alle patiënten werden individueel behandeld in 13 sessies van drie kwartier, eenmaal in de 2 weken. Drie jaar hebben beide verpleegkundigen erover gedaan om deze 114x13 sessies af te ronden, uitval niet meegerekend. Doordat zij de behandeling moesten variëren - afhankelijk van de soort interventie waarin de patiënt was ingedeeld - moeten zij ook in staat zijn te switchen in hun aanpak. Beide verpleegkundigen deden de eerste anderhalf jaar twee soorten interventies, en daarna wisselden ze elkaar af.

 

De gecertificeerde "nurses" moesten dus getraind zijn in alle vier typen interventies. Daartoe betrok Jason een viertal erkende CVS-experts bij het onderzoek, zowel in de rol van ontwerper als van trainer en supervisor. Vincent Deale nam de CGT-interventie voor zijn rekening (1), Fred Friedberg de COT- en RELAX-interventie (2 & 4) en Staci Stevens de interventie met anaerobische oefening (3).

 

Hebben de twee verpleegkundigen zich nooit vergist in de aanpak die ze bij een pa-tiënt geacht werden toe te passen?

 

Om dat te controleren werden alle sessies op audio-tape opgenomen en vierendertig daarvan afgeluisterd. Het bleek dat "de interventionistes" de vier behandelingsmodellen goed toepasten, met voldoende onderscheid in aanpak.

 

De resultaten van dit onderzoek bewijzen eens te meer dat met niet-me­dische interventies bij CVS niet meer dan bescheiden resultaten geboekt kunnen worden, over de hele CVS-populatie gerekend.

 

In individuele gevallen kan het positieve effect groter zijn. Tien deelnemers werden door hun arts een jaar na afloop van het experiment niet meer als CVS-patiënt gediag-nosticeerd. Als we dat herstel toeschrijven aan het experiment, en het "natuurlijk verloop" voor het gemak uitsluiten, heeft dus ongeveer een op de tien dit herstel te danken aan de niet-medicinale interventie. Daaronder waren 4 patiënten uit de CGT-conditie.

 

Overigens merkt Jason op: "In general, the participants across the conditions evidenced positive change over time".

 

De resultaten uit dit experiment maken duidelijk dat in een "CGT-voor CVS"-traject beide partijen - zowel de therapeut als CVS-patiënt - beter bescheiden doelstellingen kunnen nastreven. Een doelformulering als "herstel" blijkt al niet realistisch en niet eerlijk, aangezien "herstel" - het woord suggereert "volledig herstel" - buiten het bereik van bijna alle deelnemers blijft.

 

Uit dit goed opgezette experiment *1blijkt dat de eigenlijke CVS-klachten van de deelnemers nauwelijks verminderen en dat de winst voor hen vooral zit in het goed leren omgaan met hun (chronische) klachten. Ongetwijfeld scoorde de COT-conditie om die reden het hoogst - want in die conditie lag daar de nadruk op.

 

Een bescheiden CGT-doelstelling als "goed leren omgaan met" levert een eerlijker contract op tussen beide partijen - therapeut en CVS-patiënt -, zal hen behoeden voor onnodige teleurstelling, en sluit hoop niet uit. Ook dit experiment van Jason levert geen bevestiging op van de Vercoulen-hypothese. *2 Pretenties ten aanzien van een serieuze reductie van de fysieke klachten (meer dan 20 procent) worden immers niet waargemaakt.

 

 

Voetnoten:

 

* 1

Het experiment is vooral goed opgezet omdat de vier condities zoveel mogelijk gelijk zijn gemaakt: alle sessies zijn gedaan door twee dezelfde verpleegkundigen. Andere CGT-experimenten werken met veel meer therapeuten. Ook een kwaliteit van deze studie is dat de effecten van de interventies op andere fysieke klachten dan vermoeidheid zo precies in kaart zijn gebracht. Bij mijn weten is dit de eerste keer. CGT-studies meten tot nu toe voornamelijk effecten op vermoeidheid en algemeen functioneren.

 

* 2

Vercoulen: Nederlandse psycholoog die in 1998 promoveerde op een psychologische verklaring van CVS. Zijn theorie in de notendop: CVS-patiënten zou lichamelijk niets mankeren, maar zij zouden geblokkeerd worden door "bewegingsangst". Door deze "bewegingsangst" in een CGT-traject te adresseren, zou deze weggenomen kunnen worden, waarna de fysieke klachten vanzelf verdwijnen.

 

 

 

http://www.me-cvs-stichting.nl/JasonoverCGT.htm

 

 


 

En de biopsychosociale propagandamachine?

 

 

 

 

 

Die dendert voort....

 

Ondanks alle feiten die de onjuistheid van de "biopsychosociale aanpak" aantonen

en de ervaringen en bezwaren van patiënten en de gevaren van de CGT-/GET-aanpak....