In een studie van Togo en collega's, werden 41 ME/CVS-patiënten, 19 zonder en 22 met
(bijkomende) depressie en 29 proefpersonen onderworpen aan de
Attention Network Test (ANT).
Die test is bedoeld om 3 zaken in kaart te brengen: aandacht, oriëntatie en "executieve functies".
Eerst krijgen de proefpersonen een (mogelijke) aanwijzing m.b.t. de plaats waar men moet kijken
en vervolgens verschijnt de "richtingaanwijzer" en flankerende aanwijzingen op het scherm.
De opdracht is om op het toetsenbord de richting van de middelste pijl aan te geven.
Bij deze test zijn er 5 soorten aanwijzingen m.b.t. de locatie van de richtingaanwijzer:
géén, boven of onder (dubbel of "geen" aanwijzing), centraal, boven of onder).
Er zijn 6 mogelijke opdrachten (twee waarbij de flankerende aanwijzingen neutraal zijn,
twee waarbij de flankerende aanwijzingen gelijk zijn aan de (middelste) "richtingaanwijzer" en
2 waarbij de flankerende aanwijzingen in de tegengestelde richting wijzen/"verwarren").
De reactietijd bij een dubbele (dus eigenlijk een géén of een neutrale) minus de reactietijd zonder aanwijzing
is de tijd die iemand nodig heeft om de aandacht te besteden aan de aanwijzing.
Het verschil in reactietijd tussen een aanwijzing in het midden en een aanwijzing boven of onder
is de tijd die een proefpersoon tijdens de opdracht besteed aan de oriëntatie van zijn gedachten.
De tijd die zit de reactietijd op tegenstrijdige flankerende pijlen en congruente flankerende pijlen,
is in deze testmethode de tijd die men nodig heeft voor de executieve functies:
complexere cognitieve taken, zoals plannen, redeneren, afleiding negeren, oplossen en corrigeren.
Voorafgaand aan de opdrachten hadden de onderzoekers de (eenvoudige) reactietijden van
proefpersonen vastgesteld (simpel reageren op prikkel: gewaarwording plus motorisch reageren).
Die reactiesnelheid van de (eenvoudige) responsetijd werd afgetrokken van de totale responsetijd
om de informatieverwerkingssnelheid voor het uitvoeren van de opdracht zelf te bepalen.
Uit deze "voorproef" bleek dat mensen met ME/CVS en depressie het langzaamst reageerden,
ondanks het feit dat deze allen antidepressiva slikten, die geacht worden reactiesnelheid te erhogen.
De trage informatieverwerkingssnelheid onderscheidt patiënten van gezonde "proefkonijnen",
het aantal foute antwoorden in deze test was vergelijkbaar met dat van gezonde proefpersonen.
De trage informatieverwerkingssnelheid kwam vooral tot uiting bij "incongruente" flankerende pijlen,
dus concluderen de onderzoekers dat het probleem vooral zit in de complexere cognitieve taken.
De informatieverwerkingssnelheid van patiënten met en zonder depressie was vergelijkbaar,
hetgeen impliceert dat de "traagheid" van informatieverwerking niet gerelateerd is aan depressie.
De onderzoekers stellen vast dat, gelet op de uitkomsten en verghelijkingen daartussen,
gebrek aan inzet/motivatie de afwijkingen die gevonden werden, niet kunnen verklaren.
Volgens hen geven de langere informatieverwerkingstijden aan dat patiënten harder moeten werken.
Dit staat haaks op een recente studie van het Nijmeegs Kenniscentrum Chronische vermoeidheid,
die suggereren dat mindere prestaties bij cognitieve testen vaak te wijten zijn aan "onderpresteren"
en dat mensen die "onderpresteren" bi die testen vaker afvallen tijdens CGT/GET'-"therapie".
Attention network test: assessment of cognitive function in chronic fatigue syndrome.
J Neuropsychol. 2013 Sep 24. doi: 10.1111/jnp.12030.
Togo F, Lange G, Natelson BH, Quigley KS.
Information processing difficulties are common in patients with chronic fatigue syndrome (CFS).
It has been shown that
the time it takes to process a complex cognitive task, rather than error rate,
may be the critical variable underlying CFS patients' cognitive complaints.
The Attention Network Task (ANT) developed by Fan and colleagues
may be of clinical utility to assess cognitive function in CFS,
because it allows for simultaneous assessment of mental response speed,
also called information processing speed, and error rate
under three conditions challenging the attention system.
Comparison of data from two groups of CFS patients
(those with and without comorbid major depressive disorder; n = 19 and 22, respectively)
to controls (n = 29) consistently showed that
error rates did not differ among groups across conditions,
but speed of information processing did.
Processing time was prolonged in both CFS groups and
most significantly affected in response to the most complex task conditions.
For simpler tasks,
processing time was only prolonged in CFS participants with depression.
The data suggest that the ANT may be a task that could be used clinically
to assess information processing deficits in individuals with CFS.
Keywords:
chronic fatigue syndrome; information processing; cognition; Attention Network Task; depression
http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/jnp.12030/abstract
Met dank aan dr. Fumiharu Togo en Rob Arnoldus voor hun hulp en bijdrage.
|