Nacul, Lacerda en anderen hebben in een studie de
isometrische handspierkracht van huis- of bed-
gebonden patiënten en ambulante patiënten die aan de diagnose CVS en/of ME/CVS voldeden, ver-
geleken met die van MS-patiënten, mensen met chronische vermoeidheid (CV) en gezonde mensen.
Deelnemers werd gevraagd om drie keer achter elkaar 3 seconden zo hard mogelijk te knijpen,
waarbij de uitgeoefende kracht objectief bepaald werd door een zogenaamde dynamometer.
Zoals uit onderstaande grafiek blijkt was de kracht van 'ernstige gevallen' slechts 60% van die van
gezonde proefpersonen en was de spierkracht van 'lichte gevallen' vergelijkbaar laag met die van ME.
De gevonden spierkrachtwaarden komen overeen met die van een studie uit 2000 van Lawrie e.a..
De onderzoekers stelde voorts vast dat de handspierkracht (een objectieve waarde) een sterk verband
had met een aantal subjectieve maatstaven (pijn, vermoeidheid en fysieke subscore van de SF-36).
Wat verder opvalt, is dat de handspierkracht bij de twee en/of derde poging bij ME/CVS-patiënten
minder is dan die bij de eerste poging. Dit in tegenstelling tot MS-patiënten en gezonde mensen.
Die objectieve observaties bevestigen de spierzwakte en snelle spiervermoeidheid bij patiënten.
Abnormale spiervermoeidheid en dagen aanhoudende spierkracht na een kleine inspanning
was volgens de originele definitie van ME hét kenmerk van ME (klik hier voor een toelichting).
Daarbij wordt nog opgemerkt dat het hier statische (isometrische) spierkracht betreft,
en niet de dynamische spierkracht (kracht uitgeoefende door spiersamentrekkingen),
en dat het effect van de inspanning op de spierkracht 24 uur later niet vastgesteld is.
Zo bleek eerder uit een studie van Paul e.a. dat herhaalde spiersamentrekkingen
een negatief effect hebben op de spierkracht bij spiersamentrekkingen 24 uur later.
Met de gebruikte methode kan een belangrijk symptoom eenvoudig geobjectiveerd worden.
Bovendien is deze vrij eenvoudige test ook 'geschikt' voor huis- of bedgebonden patiënten.
Hand grip strength as a clinical biomarker for ME/CFS and disease severity.
Front. Neurol. 2018 Nov 27;9:992. doi: 10.3389/fneur.2018.00992
Nacul LC, Mudie K, Kingdon CC, Clark TG, Lacerda EM.
Background:
The diagnosis of myalgic encephalomyelitis (ME/CFS)
in research and clinical practice
has largely relied on clinical history,
which can be subjective in nature.
Clinical signs are often subtle,
overlap with other conditions, and
are not formally included as part of diagnostic workup.
The characterization of clinical signs and biomarkers is needed
for better diagnosis and classification of patients and to monitor treatment response.
Hand grip strength (HGS)
has been used as an objective measure of muscle strength and fatigue,
which is a primary symptom of ME/CFS.
We assessed the potential usefulness of HGS as a diagnostic marker in ME/CFS.
Methods:
We compared HGS measurements from participants in the UK ME/CFS Biobank,
with groups consisting of
people with ME/CFS of differing severity (n = 272),
healthy (n = 136),
multiple sclerosis (n = 76) controls, and
others with chronic fatigue
not meeting the diagnosis of ME/CFS (n = 37).
We correlated
the maximum and minimum of, and
differences between, 3 repeated HGS measurements
with parameters of disease severity,
including fatigue and pain analog scales, and
physical and mental component summaries from the SF-36v2TM questionnaire
across recruitment groups.
Results:
HGS indicators were associated with having ME/CFS,
with magnitudes of association stronger in severely affected
than in mild/moderately affected patients.
Compared with healthy controls,
being severely affected was associated with
a reduction in minimum HGS of 15.3 kg (95%CI 19.3–11.3; p < 0.001),
while being mild/moderately affected was associated with
a 10.5 kg (95%CI 13.2–7.8; p < 0.001) reduction.
The association persisted after adjusting for age, sex and body mass index.
ME/CFS cases also showed
lower values of maximum HGS and
significant drops in values from the first to second and third trials,
compared to other study groups.
There were significant correlations
between HGS indicators and clinical parameters of disease severity,
including fatigue analog scale (Spearman's Rho = −0.40, p < 0.001),
pain analog scale (Rho = −0.38, p < 0.001), and
physical component summary (Rho = 0.42, p < 0.001).
Discussion:
HGS is markedly reduced in ME/CFS,
particularly in patients with more severe disease, and
may indicate muscle and fatigue related symptoms.
HGS is a potential diagnostic tool in ME/CFS, and
could also be used to enhance patient phenotyping and
as an outcome measure following interventions
Keywords:
ME/CFS, fatigue, biomarker, hand grip strength, severity, phenotyping
https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fneur.2018.00992/full
https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fneur.2018.00992/pdf
Met dank aan een Vlaamse, strijdvaardige ME-de-patiënte.
|