Als we de konklusies van een studie van Newton en kollega's onder een klein aantal patiën-ten mogen doortrekken, is er bij ME/CVS sprake van aanzienlijke cardiologische afwijkingen:
Uit die laatste twee vaststellingen zou men kunnen afleiden dat het hart ca. 10% per minuut sneller slaat om te compenseren voor het vullen van het hart en het lage slagvolume.
Deze observaties bevestigen de cardiologische afwijkingen, circulatie- en doorbloedingsproblemen die andere onderzoeksgroepen eerder gevonden hebben.
In 2003 stelden Peckerman en kollega's vast
dat het hart-minuut volume zowel liggend als staand aanzienlijk lager was en dat er een relatie is met de ernst van de symptomen,
in 2008 vonden Miwa en Fujita dat ME/CVS-patiënten veel vaker een klein hart hebben, en
in 2009 meldden Hurwitz en anderen dat het bloedvolume in ME/CVS aanzienlijker minder is.
Orthostatische intolerantie en
cognitieve symptomen lichamelijk onverklaarbaar, zegt U?
Wat dacht U van een laag bloedvolume (klik
hier), verminderde zuurtoftoevoer naar de herse-nen tijdens inspanning (klik hier),
verminderde doorbloeding van de hersenen (klik hier), etc?
Ook dit probleem zal wel weer met gedragstherapie op te lossen zijn...
Impaired cardiac function in chronic fatigue syndrome
measured using magnetic resonance cardiac tagging.
J Intern Med. 2011 Jul 27. doi: 10.1111/j.1365-2796.2011.02429.x.
Hollingsworth KG, Hodgson T, Macgowan GA, Blamire AM, Newton JL.
Objectives:
Impaired cardiac function
has been confirmed in
patients with chronic fatigue syndrome (CFS).
Magnetic resonance cardiac tagging
is a novel technique that assesses myocardial wall function in vivo.
We hypothesized that
CFS patients may have
impaired development and release of myocardial torsion and strain.
Methods:
Cardiac morphology and function was assessed
using magnetic resonance imaging and cardiac tagging methodology
in 12 CFS (Fukuda) and 10 matched controls.
Results:
Compared to controls
the CFS group had
substantially reduced
LV mass (reduced by 23%),
end diastolic volume (30%),
stroke volume (29%), and
cardiac output (25%).
Residual torsion at 150% of the end-systolic time
was found to be significantly higher in the CFS patients (5.3±1.6(o) )
compared to the control group (1.7±0.7(o) , p=0.0001).
End diastolic volume index correlated negatively with
both torsion to endocardial strain ratio (TSR) (r =-0.65, p=0.02) and
the residual torsion at 150% end systolic time (r=-0.76, p=0.004),
so decreased end diastolic volume
is associated with raised TSR and torsion persisting longer into diastole.
Reduced end diastolic volume index
also correlated significantly with
increased radial thickening (r=-0.65, p=0.03) and impaired diastolic function
represented by
the ratio of early to late ventricular filling velocity (E/A ratio, r=0.71, p=0.009) and
early filling percentage (r=0.73, p=0.008).
Conclusion:
CFS patients have markedly reduced cardiac mass and blood pool volumes,
particularly end diastolic volume:
this results in significant impairments in stroke volume and cardiac output
compared to controls.
The CFS group appeared to have a delay in the release of torsion.
PMID: 21793948
http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/j.1365-2796.2011.02429.x/abstract
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21793948
|