Follow FrankTwisk on Twitter  
   

 

 

 

 

Shan:

lokale neurologische afwijkingen

in ME/CVS gezien in de tijd

 

 

 

 


 

 

 

 

Onderzoekers van het National Centre for Neuroimmunology and Emerging Diseases (Australië)

hebben ME/CVS-patiënten (die voldeden aan de Canadese criteria voor ME/CVS en CVS-criteria)

en gezonde "proefkonijnen" met zes jaar "tussenpauze" onderworpen aan MRI-onderzoek en gekeken

of er verschillen zijn tussen ME/CVS-patiënten en gezonde proefpersonen in de tijd,

of er lokale verschillen zijn tussen ME/CVS-patiënten en gezonde controlepersonen, en

of die neurologische afwijkingen een verband hebben met neurologische of fysieke symptomen.

 

 

In deze studie werden vier soorten mogelijke neurologische afwijkingen bestudeerd:

de hoeveelheid grijze stof (cellichamen van de zenuwcellen: paars in de afbeelding hierboven),

de hoeveelheid witte stof (de gemyeliniseerde uitlopers van de zenuwcellen: geel in de afbeelding),

de intensiteit van de T1w-signalen (gebruikt om de anatomie van de hersenen in kaart te brengen: vet/myeline en bloed geven een sterk wit T1w-signaal, water geeft een donker signaal) en

de sterkte van de T2w-signalen (gebruikt om pathologische afwijkingen op te sporen: water heeft een hoge signaalintensiteit van water en kan wijzen op een afname van het bloedvolume op die locatie).

 

De onderzoekers vonden geen afwijkingen in de totale hoeveelheid witte en grijze stof in de tijd:

bij beide groepen was een toename van de grijze stof en afname van de witte stof te zien).

 

Ze stelden echter wel lokale verschillen vast tussen patiënten en gezonde proefpersonen vast.

De hoeveelheid witte stof (relatief t.o.v. de totale hoeveelheid witte stof) aan de achterzijde van de inferior fronto-occipital fasciculus en/of fasciculus arcuatus (boogbundel) in de linkerhersenhelft

nam bij ME/CVS-patiënten in de tijd af, terwijl die bij gezonde proefpersonen ongewijzigd bleef.

 

De lokale verschillen tussen ME/VS-patiënten en de controlegroep en de relaties tussen

lokale neurologische afwijkingen en symptomen zijn in onderstaande tabel weergegeven:

 

 

(klik op de afbeelding voor een PDF-versie met hyperlinks)

 

 

 

De studie betrof een kleine steekproef, maar suggereert wel het nut aan van herhaald MRI-onderzoek.

 

 


 

 

Progressive brain changes in patients with chronic fatigue syndrome: A longitudinal MRI study.

J Magn Reson Imaging. 2016 Apr 28. doi: 10.1002/jmri.25283.

Shan ZY, Kwiatek R, Burnet R, Del Fante P, Staines DR, Marshall-Gradisnik SM, Barnden LR.

 

Abstract

 

PURPOSE:

 

To examine

progressive brain changes

associated with

chronic fatigue syndrome (CFS).

 

 

MATERIALS AND METHODS:

 

We investigated progressive brain changes with longitudinal MRI

in 15 CFS and 10 normal controls (NCs) scanned twice 6 years apart on the same 1.5 Tesla (T) scanner.

 

MR images yielded

gray matter (GM) volumes, white matter (WM) volumes, and

T1- and T2-weighted signal intensities (T1w and T2w).

 

Each participant was characterized with

Bell disability scores, and somatic and neurological symptom scores.

 

We tested for differences in longitudinal changes between CFS and NC groups,

inter group differences between pooled CFS and pooled NC populations, and

correlations between MRI and symptom scores using voxel based morphometry.

 

The analysis methodologies were first optimized using simulated atrophy.

 

 

RESULTS:

 

We found a significant decrease in WM volumes in the left inferior fronto-occipital fasciculus (IFOF)

in CFS while in NCs it was unchanged (family wise error adjusted cluster level P value, PFWE < 0.05).

 

This longitudinal finding was consolidated by the group comparisons which detected

significantly decreased regional WM volumes in adjacent regions (PFWE < 0.05) and

decreasedGM and blood volumes in contralateral regions (PFWE < 0.05).

 

Moreover,

the regional GM and WM volumes and T2w in those areas

showed significant correlations with CFS symptom scores (PFWE < 0.05).

 

 

CONCLUSION:

 

The results suggested that

CFS is associated with IFOF WM deficits which continue to deteriorate at an abnormal rate.

 

 

KEYWORDS:

 

Cchronic fatigue syndrome; inferior fronto-occipital fasciculus;

longitudinal MRI; voxel based morphometry

 

 

PMID: 27123773

 

 

http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/jmri.25283/full