Katarina Lien (actief bij het ME/CVS-centrum) en collega's van het Universiteitsziekenhuis Oslo hebben
19 vrouwelijke ME/CVS-patiënten en 15 gezonde vrouwen tijdens een dubbele fietstest bestudeerd.
In aanvulling op hetgeen in eerdere dubbele inspanningstest-studies vastgesteld werd (klik
hier,
hier
en hier),
werden in deze studie ook de lactaatconcentraties voor en tijdens de inspanning bepaald.
Lactaat, het eindproduct van de glucosestofwisseling, wordt met name geproduceerd in zuurstofarme omstandigheden,
wanneer de aerobe stofwisseling/energieproductie tekort schiet (zie afbeelding).
De (mobiele!) patiënten hadden bij elke inspanning hogere concentraties lactaat in hun bloed.
Terwijl de lactaatcurve bij gezonde vrouwen op dag 2 opschoof naar rechts (trainingseffect?),
schoof die curve bij (mobiele!) patiënten juist naar links (zie afbeelding onder),
hetgeen betekent dat bij elke inspanning meer lactaat in het bloed aanwezig was t.o.v. dag 1.
Uit het respiratoir quotiënt blijkt dat beide groepen op beide dagen hun 'plafond' bereikten.
Als we kijken naar de maximale zuurstofopname (VO2max) op dag 1, dan zien we dat die van
patiënten (±24 ml/m/kg) beduidend lager ligt dan die van gezonde vrouwen (±37 ml/m/kg).
Op dag 2 nam de V02max bij beide groepen een klein beetje af (-1,6 ml/min/kg vs -0,9 ml/min).
In sommige studies nam de maximale zuurstofopname bij de tweede test beduidend af (klik hier).
De afname van de maximale zuurstofopname in beide groepen kan wellicht (deels) verklaard worden
door de afname van het hemoglobinegehalte in het bloed voor de test (mogelijk a.g.v. bloedafname).
Overigens was het hemoglobinegehalte van patiënten en de gezonde proefpersonen vergelijkbaar,
hetgeen impliceert dat het 'transport' van zuurstof naar de cellen niet het probleem lijkt in ME/CVS.
De maximale hartslag was vergelijkbaar tussen de twee groepen en de twee inspanningstesten.
In eerdere studies bleek dat patiënten vaak niet hun maximale hartslag (220-leeftijd) halen
(klik hier).
Als we kijken naar de 'prestatie-indicatoren' bij de verzuringsdrempel zien we
dat de zuurstofopname (ml/min) bij patiënten beduidend lager ligt (±870 vs ±1070) en dat die de
tweede dag afneemt bij patiënten met ±70 ml/min en bij gezonde vrouwen niet of nauwelijks (±10).
Het inspanningsvermogen van patiënten bij de verzuringsdrempel ligt op dag 1 beduidend lager dan dat van gezonde vrouwen (±52W vs ±78W) en dat neemt bij patiënten de tweede dag af naar ±45W.
Uit het eerder gestelde volgt dat de lactaatconcentraties in het bloed van de patiënten hoger liggen.
Alhoewel sommige prestaties van patiënten (positief) afwijken t.o.v. eerdere dubbele fietstest-studies
wordt uit de verminderde prestaties op de tweede dag en de toename van lactaatvorming op dag 2
eens te meer duidelijk dat 'revalidatietherapie' negatief kan uitpakken op de 'conditie' van patiënten.
Kunnen we nu dan eindelijk op zoek naar de afwijkingen die hieraan ten grondslag liggen
en therapieën die wel effectief zijn en geen schadelijke bijwerkingen hebben?
Abnormal blood lactate accumulation during repeated exercise testing
in myalgic encephalomyelitis/chronic fatigue syndrome.
Physiol Rep. 2019 Jun;7(11):e14138. doi: 10.14814/phy2.14138.
Lien K, Johansen B, Veierød MB, Haslestad AS, Bøhn SK, Melsom MN, Kardel KR, Iversen PO.
Post-exertional malaise and delayed recovery
are hallmark symptoms of myalgic encephalomyelitis/chronic fatigue syndrome (ME/CFS).
Studies on repeated cardiopulmonary exercise testing (CPET) show that
previous exercise negatively affects oxygen uptake (VO2) and power output (PO) in ME/CFS.
Whether this affects arterial lactate concentrations ([Laa]) is unknown.
We studied
18 female patients (18-50 years) fulfilling the Canadian Consensus Criteria for ME/CFS and
15 healthy females (18-50 years)
who underwent repeated CPETs 24 h apart (CPET1 and CPET2) with [Laa] measured every 30th second.
VO2 at peak exercise (VO2peak)
was lower in patients than in controls on CPET1 (P < 0.001) and
decreased in patients on CPET2 (P < 0.001).
However, the difference in VO2peak between CPETs did not differ significantly between groups.
[Laa] per PO was higher in patients during both CPETs (Pinteraction < 0.001),
but increased in patients and decreased in controls from CPET1 to CPET2 (Pinteraction < 0.001).
Patients had lower VO2 (P = 0.02) and PO (P = 0.002) at the gas exchange threshold
(GET, the point where CO2 production increases relative to VO2),
but relative intensity (%VO2peak) and [Laa] at GET did not differ significantly from controls on CPET1.
Patients had a reduction in VO2 (P = 0.02) and PO (P = 0.01) at GET on CPET2,
but no significant differences in %VO2peak and [Laa] at GET between CPETs.
Controls had no significant differences in VO2, PO or %VO2peak at GET between CPETs,
but [Laa] at GET was reduced on CPET2 (P = 0.008).
In conclusion, previous exercise
deteriorates physical performance and increases [Laa] during exercise in patients with ME/CFS
while it lowers [Laa] in healthy subjects.
Keywords:
Elevated lactate; exercise intolerance; metabolism; oxygen uptake; post-exertional malaise
PMID: 31161646
PMCID: PMC6546966
DOI: 10.14814/phy2.14138
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6546966/pdf/PHY2-7-e14138.pdf
|