Niet verwonderlijk, maar daarom niet minder niet minder relevant.
Het psychisch welbevinden van de partner van een ME/CVS-patiėnt heeft, volgens een
studie van Javierre en kollega's, een duidelijke relatie met de fysieke conditie van de patiėnt.
Wat valt op aan deze studie (zie samenvatting en tabel hieronder)?
Het fysieke inspanningsvermogen van ME/CVS-patienten is bedroevend slecht:
De maximale zuurstofopname is 3 tot 4 MET: ongeveer 15 ml per kilogram per minuut
(7 MET wordt gezien als ondergrens voor normaal funktioneren).
De hartslag bij maximale inspanning is veel te laag, zoals eerder vastgesteld: klik hier.
Het feit dat het respiratoir quotiėnt kleiner dan 1 is,
zou er op kunnen wijzen dat patiėnten in deze studie niet tot het uiterste gegaan te zijn.
Jammer genoeg wordt de verzuringsdrempel van patiėnten niet vermeld in deze studie.
"Ongelovigen" kunnen stellen dat de slechte konditie het gevolg van "inaktiviteit" is.
Alleen een dubbele fietstest brengt in dit geval (vaak) het probleem in beeld:
bij een tweede fietstest 24 uur na de eerste gaat de konditie vaak (hard) achteruit: klik hier.
Table 3.
Physiological parameters at rest, maximal, and supramaximal effort
on the cycle ergometer in the patient group.
Functional parameters
|
Rest
|
Maximal
|
Supramaximal
|
|
|
|
|
|
Workload
|
(watts)
|
|
74.3 ± 28.0
|
125.8 ± 47.2
|
Rf
|
(breaths*min-1)
|
17.5 ± 3.0
|
27.1 ± 6.3
|
26.1 ± 8.0
|
VE (BTPS)
|
(L*min-1)
|
9.9 ± 2.3
|
33.5 ± 13.8
|
31.4 ± 12.5
|
VT
|
(L*min-1)
|
0.532 ± 0.176
|
1.124 ± 0.425
|
1.101 ± 0.324
|
VO2
|
(mL*kg-1*min-1)
|
5.1 ± 1.2
|
15.6 ± 6.1
|
14.6 ± 4.9
|
VO2
|
(L*min-1)
|
0.312 ± 0.078
|
0.980 ± 0.363
|
0.918 ± 0.258
|
RQ
|
|
0.81 ± 0.08
|
0.97 ± 0.17
|
0.86 ± 0.13
|
VCO2
|
(L*min-1)
|
0.257 ± 0.084
|
0.960 ± 0.427
|
0.796 ± 0.247
|
FEO2
|
(%)
|
17.1 ± 0.5
|
17.2 ± 0.9
|
17.2 ± 0.9
|
FECO2
|
(%)
|
3.3 ± 0.5
|
3.5 ± 0.7
|
3.2 ± 0.7
|
TRUE O2
|
(%)
|
3.9 ± 0.5
|
3.7 ± 1.0
|
3.8 ± 1.0
|
ERO2
|
|
31.8 ± 4.7
|
35.4 ± 13.4
|
34.4 ± 11.3
|
ERCO2
|
|
39.3 ± 6.5
|
36.2 ± 8.5
|
39.3 ± 8.4
|
HR
|
(beats*min-1)
|
88.7 ± 11,8
|
128.8 ± 23.2
|
125.8 ± 19.4
|
O2
|
Pulse
|
3.7 ± 1.0
|
7.5 ± 2.4
|
7.4 ± 2.0
|
SBP
|
(mmHg)
|
120,1 ± 16,9
|
131.7 ± 17.7
|
131.8 ± 20.1
|
DBP
|
(mmHg)
|
76.0 ± 13.6
|
77.5 ± 14.2
|
73.6 ± 13.0
|
PETO2
|
(mmHg)
|
105.3 ± 13.7
|
112.8 ± 7.7
|
111.9 ± 7.5
|
PETCO2
|
(mmHg)
|
33.6 ± 4.9
|
33.5 ± 6.4
|
31.4 ± 5.2
|
Borg Test (RPE)
|
9.5 ± 3.2
|
18.1 ± 2.3
|
18.5 ± 1.6
|
|
Rf : Respiratory frequency;
VE (BTPS): Ventilation;
VT: Tidal Volume;
VO2: O2 uptake;
VO2/kg: uptake respect to body weight;
RQ: Respiratory Quotient;
VCO2: CO2 production;
FEO2:fraction of O2 in expired air;
FECO2: fraction of CO2 in expired air;
TRUE O2: fraction of O2 uptake;
ERO2: respiratory equivalent for oxygen;
ERCO2: respiratory equivalent for CO2;
HR: Heart Rate;
O2 Pulse: oxygen uptake divided by the heart rate;
SBP: systolic blood pressure;
DBP: diastolic blood pressure;
PETO2: End-tidal PO2;
PETCO2: End-tidal PCO2;
RPE: rating of perceived exertion.
Cardiorespiratory responses to exercise in female chronic fatigue syndrome patients affect the psychological health of their partners.
JEPonline 2011;14(2):1-16.
Blazquez A, Guillamo E, Alegre J, Ventura JL, Barbany JR, Javierre C.
http://faculty.css.edu/tboone2/asep/JEPonlineApril2011AliciaBlazquezMontenegro.pdf
Abstract
Little has been reported
regarding
the effects
of chronic fatigue syndrome (CFS)
on the partner.
The purpose
of this study
was
to determine and quantify
the existence of
a relationship
between the patients functional capacity and
psychological aspects of the partner.
The sample
consisted of
32 female CFS patients
and their partners.
Psychological well-being of the partners
was assessed
by administering
the Dyadic Adjustment Scale (DAS),
State-Trait Anxiety Inventory (STAI), and
the Interpersonal Reactivity Inventory (IRI).
Patients
were tested on
a precalibrated cycle ergometer
following
a progressive test
to exhaustion.
After a multiple regression analysis,
the perspective taking subscale (on the IRI)
was closely related to
values obtained during the physical test
(r = 0.95, p < 0.05).
There was a good agreement
between observed and
calculated theoretical results.
The results of partners
on the DAS
were
also related to
scores
obtained by patients
on the physical test
(r = 0.813, p < 0.05).
The female CFS patients
functional capacity,
cardiovascular, and
ventilatory responses
to exercise
appear to have
a direct correlation with
the psychological well-being
of the partner.
Key Words:
Women, Psychological Health, Chronic Fatigue Syndrome
Met dank aan Rob
|