Uit een recent onderzoek van
prof. Jason en collega's
naar symptomen bij CVS-patiënten blijkt
- dat 1/3 van de gezonde mensen voldoet aan de
diagnose CVS als er geen eisen gesteld worden,
terwijl nog altijd 5% van de gezonde mensen CVS-patiënt als geëist wordt dat
de symptomen gemiddeld van ernst zijn en minstens de helft van de tijd aanwezig (versus
CCC en
ICC: 3.7%).
- dat gezonde mensen relatief vaak klagen over vermoeidheid, slaapproblemen, spier/gewrichtspijn,
terwijl post-exertionele malaise en cognitieve symptomen minder vaak voorkomen.
- dat CVS-patiënten vrijwel altijd last hebben van geheugen-/concentratieproblemen, post-
exertionele "malaise" en slaapstoornissen, terwijl pijn etc. relatief minder vaak gemeld worden.
- dat 94,9% van de vooraf veronderstelde ME/CVS-patiënten voldoet aan de Fukuda-criteria,
maar dat slechts 63,1% van de (niet-aselecte) patiënten aan de ICC-criteria voor ME voldoet.
De voornaamste conclusies van Jason en collega's zijn
dat, uitgaande van vragenlijstjes,
minimumeisen gesteld moeten worden aan de ernst en frequentie van de symptomen en
dat drie symptomen ME/CVS kenmerken:
neurocognitieve symptomen, post-exertionele malaise en slaapstoornissen.
De conclusies die ik aan deze studie en eerdere observaties verbindt:
We moeten af van vragenlijstjes en toe naar objectieve maatstaven (dubbele fietstesten etc.).
Ruw geschat voldoet 50% van de CVS-patiënten aan de
criteria voor ME/CVS en ICC-criteria voor ME.
Deze laatste schatting is gebaseerd op verschillende waarnemingen:
klik hier,
hier en
hier.
Examining case definition criteria for chronic fatigue syndrome and myalgic encephalomyelitis.
Fatigue: Biomedicine, Health & Behavior. 2013 Dec 11. doi: 10.1080/21641846.2013.862993.
Jason LA, Sunnquist M, Brown A, Evans M, Vernon SD, Furst JD, Simonis V.
Background:
Considerable controversy has transpired regarding
the core features of myalgic encephalomyelitis (ME) and chronic fatigue syndrome (CFS).
Current case definitions differ in the number and types of symptoms required.
This ambiguity impedes the search for biological markers and effective treatments.
Purpose:
This study sought to
empirically operationalize symptom criteria and
identify which symptoms best characterize the illness.
Methods:
Patients (n=236) and controls (n=86) completed the DePaul Symptom Questionnaire,
rating the frequency and severity of 54 symptoms.
Responses were compared
to determine the threshold of frequency/severity ratings
that best distinguished patients from controls.
A Classification and Regression Tree (CART) algorithm was used
to identify the combination of symptoms that most accurately classified patients and controls.
Results:
A third of controls met the symptom criteria of a common CFS case definition
when just symptom presence was required;
however, when frequency/severity requirements were raised, only 5% met the criteria.
Employing these higher frequency/severity requirements,
the CART algorithm identified three symptoms that accurately classified
95.4% of participants as patient or control:
- fatigue/extreme tiredness,
- inability to focus on multiple things simultaneously, and
- experiencing a dead/heavy feeling after starting to exercise.
Conclusions:
Minimum frequency/severity thresholds should be specified in symptom criteria
to reduce the likelihood of misclassification.
Future research should continue to seek empirical support of the core symptoms of ME and CFS
to further progress the search for biological markers and treatments.
http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/21641846.2013.862993
|