De uitkomsten van een recente studie van
Julia Newton en collega's bevestigen wat patiënten
al jaren weten en roepen: de cellen zijn niet in staat voldoende energie te produceren.
Patiënten willen wel, maar kunnen niet (voldoende energie produceren).
Newton, Tomas en anderen isoleerden perifere mononucleaire bloedcellen
van 35 CVS-patiënten (die in staat zijn te reizen!) en 51 gezonde 'proefkonijnen' en
bestudeerden door het toevoegen van remmers/stimulantia de energieproductie:
- glycolyse (productie van pyrodruivenzuur,
grondstof voor de aerobe energieproductie/citroenzuur-cyclus,
en bescheiden hoeveelheden ATP uit glucose: links weergegeven in onderstaande afbeelding) en
- aerobe energieproductie (productie van energie/ATP uit zuurstof en glucose: rechts weergegeven).
Het zuurstofverbruik en de verzuringsgraad (o.m. door glycolyse) werden als volgt onderverdeeld:
In het eerste experiment werden de cellen van voldoende glucose voorzien en
de verschillende compionenten van het zuurstofverbruik vastgesteld.
Het basale zuurstofverbruik, het
'proton-lek',
het maximale zuurstofverbruik en de reservercapaciteit
van CVS-patiénten was beduidend (significant) lager dan die van gezonde proefpersonen.
De ATP-productie van de cellen van patient was (niet-significant) lager die van de 'controles'.
Vooral de geringe reservecapaciteit om (aeroob) energie te produceren is zorgwekkend,
omdat ze in rust (zonder 'stress') al vrij dicht tegen hun maximum aanzitten.
Lower reserve capacity observed in CFS patients are indicative of
the cells of patients performing closer to their capacity in normal conditions
without stress than healthy controls.
In het tweede experiment werden de cellen van glucose 'beroofd' om fysiologische stress te simuleren.
Bij een glucose-gebrek is de cel genoodzaakt de aerobe energieproductie-capaciteit aan te spreken.
Dit leidde bij de gezonde proefpersonen tot een toename van de maximale zuurstofopname,
de ATP-productie, de ATP-efficientie, het 'proton-lek' en het niet-mitochondriale zuurstof verbruik.
Dit was echter niet het geval bij CVS-patiënten.
De cellen van patiënten blijken niet of nauwelijks in staat te reageren op 'fysiologische stress'.
Significantly altered mitochondrial stress test parameters in the CFS group
compared with the healthy control group (Fig 3 and Fig 5).
suggests that CFS patients may have systemic abnormalities in energy transduction,
particularly when isolated PBMCs are put under mitochondrial stress.
In het laatste experiment werd de (maximale) glycolyseproductie bestudeerd.
Volgens de onderzoekers waren er geen verschillen m.b.t. de glycolyse-capaciteit.
Cellular bioenergetics is impaired in patients with chronic fatigue syndrome.
Plos One. 2017 Oct 24. doi: 10.1371/journal.pone.0186802.
Toma C, Brown A, Strassheim V, Elson J, Newton J, Manning P.
Abstract
Chronic fatigue syndrome (CFS) is a highly debilitating disease of unknown aetiology.
Abnormalities in bioenergetic function have been cited as one possible cause for CFS.
Preliminary studies were performed
to investigate cellular bioenergetic abnormalities in CFS patients.
A series of assays were conducted
using peripheral blood mononuclear cells (PBMCs) from CFS patients and healthy controls.
These experiments investigated
cellular patterns in oxidative phosphorylation (OXPHOS) and
glycolysis.
Results showed consistently lower measures of OXPHOS parameters
in PBMCs taken from CFS patients compared with healthy controls.
Seven key parameters of OXPHOS were calculated:
basal respiration,
ATP production,
proton leak,
maximal respiration,
reserve capacity,
non-mitochondrial respiration, and
coupling efficiency.
While many of the parameters differed between the CFS and control cohorts,
maximal respiration was determined to be
the key parameter
in mitochondrial function to differ between CFS and control PBMCs
due to the consistency of its impairment in CFS patients found throughout the study (p ≤ 0.003).
The lower maximal respiration in CFS PBMCs suggests that
when the cells experience physiological stress
they are less able to elevate their respiration rate
to compensate for the increase in stress and are unable
to fulfil cellular energy demands.
The metabolic differences discovered
highlight the inability of CFS patient PBMCs to fulfil cellular energetic demands
both under basal conditions and
when mitochondria are stressed
during periods of high metabolic demand.
http://journals.plos.org/plosone/article/file?id=10.1371/journal.pone.0186802&type=printable
Met dank aan Manja, die mij uit een 'winterslaap' wakker maakte.
|