De (pathofysiologische) verklaring voor de ME/CVS-klachten
van prof. Maes ziet er schematisch als volgt uit:
Stressoren:
ME/CVS wordt veroorzaakt door een abnormale reaktie op primaire
"prikkels":
- externe stressoren (zoals operaties, fysieke uitputting en stress)
- interne stressoren (zoals virale en bakteriële infekties en
allergieën).
Pathofysiologie
De abnormale reaktie wordt in gang gezet door NF-kB.
NF-kB is een eiwit dat een hoofdrol vertolkt in de fysiologische reaktie
van het lichaam op prikkels
(zoals ziektekiemen, straling, voeding en stress): NF-kB is de regisseur.
NF-kB leidt tot de
aanmaak van:
-
COX-2 (zet de produktie van
prostaglandine-2, proteasen en superoxide in werking),
-
cytokines (m.n. IL-1, IL-6 en IL-8, resulteert in de produktie van
stikstofoxide: iNOS).
Ontsteking (inflammatie)
Door de kontinue aanmaak van prostaglandines ontstaat een chronische
ontsteking (verantwoordelijk voor pijn etc.). Tevens worden daardoor
cytokines aangemaakt die leiden tot de aanmaak van stikstofoxide (zie
hieronder) en proteasen, zoals elastase!
Prominente deskundigen, zoals dr. Kerr en prof. de Meirleir (klik hier),
onderkennen de hoofdrol van inflammatie in de pathofysiologie (ziekmakende
processen) van ME/CVS.
Als de ontstekingsreaktie ontspoort, kan het lichaam ook lichaamseigen
of onschadelijke stoffen aanvallen. In het eerste geval spreken we van
auto-immuniteit. prof. Maes heeft recent aangetoond dat het
afweersysteem reageert op neo-epitopen: eiwitten en vetten die ontstaan als
vrije radikalen (zie onder) "normale" eiwitten en vetten afbreken:
klik hier.
Oxidatieve en nitrosatieve stress
In een normale situatie worden de schadelijke bijprodukten van onder
meer de energie-aanmaak onschadelijk gemaakt door anti-oxidanten (die vrije
radikalen "neutraliseren")
Als het evenwicht verstoord is, bijv. omdat het lichaam chronisch grote
hoeveelheden superoxide en/of stikstofoxide blijft aanmaken, ontstaat een
gevaarlijke kettingreaktie.
Vrije radikalen brengen schade toe aan mitochondria, vetten, eiwitten en
zelfs aan het DNA (blauwdruk of recept voor het aanmaken van essentiële
eiwitten door het lichaam).
De belangrijke rol van oxidatieve en nitrosatieve stress en de schade
die daardoor aan de mitochondria/energieproduktie toegebracht wordt sluit
direkt aan bij de theorie van dr. Pall (klik
hier), prof. de Meirleir (klik
hier en
hier),
dr. Cheney (klik
hier) en anderen.
Hoe ontstaat oxidatieve stress nu precies?
Superoxide is in de eerste plaats het bijprodukt van de energieproduktie.
Daarnaast wordt superoxide aangemaakt door het afweersysteem om indringers
uit te schakelen of als het lichaam door andere externe prikkels
(stressoren, hierboven) uitgedaagd wordt.
Stikstofoxide heeft een aantal zeer belangrijke funkties in het
lichaam.
Zo wordt het door immuuncellen geproduceerd om indringers uit te
schakelen.
Ook is stikstofoxide een neurotransmitter en betrokken bij het
leren/onthouden.
Stikstofoxide reguleert ook de vaatverwijding en vaatverwijding.
Verhoogde hoeveelheden stikstofoxide zijn het afkomstig van
-
iNOS (geproduceerd door het afweersysteem),
-
eNOS (geproduceerd in de bloedvaten) of
-
nNOS (produktie van stikstofoxide in het weefsel van het zenuwstelsel)
Superoxide wordt normaliter m.b.v. superoxide dismutase en
catalase of glutathione onschadelijk gemaakt. Als die natuurlijke
anti-oxidanten onvoldoende aanwezig zijn en het lichaam veel stikstofoxide
produceert (bijv. als het afweersysteem chronisch geaktiveerd is), ontstaat
uit de chemische reaktie van superoxide en stikstofoxide het vrije radikaal
peroxynitriet dat grote schade toebrengt aan mitochondria, DNA etc.
Mitochondria produceren energie. Schade aan die mitochondria heeft grote
gevolgen!
Onderstaande afbeelding geeft de aanmaak en het neutraliseren van vrije
radikalen weer:
Lekke darm-syndroom
Doordat de darmen stoffen en organismen doorlaten, die normaal de darmen
niet kunnen verlaten, zal het afweersysteem reageren. Dit leidt tot een
versterkte ontstekingsreaktie. Prof. Maes toonde onlangs aan dat in het
bloed antistoffen aangetroffen worden tegen enterobakteriën: bakteriën die
normaliter de darmen niet kunnen verlaten (klik
hier).
Slotopmerking:
Het pathofysiologische verklaringsmodel van prof. Maes sluit nauw aan
bij de verklaringsmodellen van dr. Pall, dr. Cheney, dr. Kerr, prof. de
Meirleir en anderen.
Blijkbaar is het onderzoeken en bevestigen van deze pathofysiologische
(lichamelijke!) verklaring voor ME/CVS voor overheden en inkomensverzekeraars niet interessant....
Achtergrondliteratuur
Cytokines and major depression.
Prog Neuropsychopharmacol Biol Psychiatry. 2005 Feb;29(2):201-17.
Erratum in:
Prog Neuropsychopharmacol Biol Psychiatry. 2005 May;29(4):637-8.
Schiepers OJ, Wichers MC, Maes M.
klik hier voor een samenvatting.
The role of indoleamine 2,3-dioxygenase (IDO)
in the pathophysiology of interferon-alpha-induced depression.
J Psychiatry Neurosci. 2004 Jan;29(1):11-7.
Wichers MC, Maes M.
klik hier voor een samenvatting.
Interferon-alpha-induced depressive symptoms
are related to changes in the cytokine network but not to cortisol.
J Psychosom Res. 2007 Feb;62(2):207-14.
Wichers MC, Kenis G, Koek GH, Robaeys G, Nicolson NA, Maes M.
klik hier voor een samenvatting.
Chronic Fatigue Syndrome is accompanied
by an IgM-related immune response directed against neopitopes
formed by oxidative or nitrosative damage to lipids and proteins
Neuro Endocrinology Letters. 2006 Oct 12;27(5)
Maes M, Mihaylova I, Leunis JC.
klik hier voor de samenvatting.
Lower serum zinc in Chronic Fatigue Syndrome (CFS):
relationships to immune dysfunctions and
relevance for the oxidative stress status in CFS.
J Affect Disord. 2006 Feb;90(2-3):141-7.
Maes M, Mihaylova I, De Ruyter M.
klik hier voor de samenvatting.
Decreased dehydroepiandrosterone sulfate
but normal insulin-like growth factor
in chronic fatigue syndrome (CFS):
relevance for the inflammatory response in CFS.
Neuro Endocrinol Lett. 2005 Oct;26(5):487-92.
Maes M, Mihaylova I, De Ruyter M.
klik hier voor de samenvatting.
Increased serum IgA and IgM against LPS of enterobacteria
in chronic fatigue syndrome (CFS):
indication for the involvement of
gram-negative enterobacteria in the etiology of CFS and
for the presence of an increased gut-intestinal permeability.
J Affect Disord. 2007 Apr;99(1-3):237-40
Maes M, Mihaylova I, Leunis JC.
klik hier voor de samenvatting.
|