CGT, het wondermiddel van de 21ste eeuw, is er in vele varianten...
En die varianten zijn allemaal even succesvol uiteraard!
Om te genezen (ja, ja) moet wel de juiste variant toegepast worden.
Volgens onze "vermoeidheidsdeskundigen"zijn er twee soorten CVS-patiënten:
- patiënten met een sterk wisselend aktiviteitennivo/"aktieve patiënten", ca. 70-75%
- "passieve patiënten", ca. 25-30%
Voor elk van die twee groepen moet "een andere variant van CGT" toegepast worden.
CGT is blijkbaar net een kleurplaat, je kunt het zelf zo invullen zoals je wilt.
Voor "passieve patiënten" is de schop-onder-je-kont-variant effektief.
Bij "wisselend (over)aktieve patiënten" moet de hou-je-in-variant toegepast worden.
Als de "passieve patiënten" de hou-je-in-variant-van-CGT voorgeschoteld krijgen,
is dat volgens de "vermoeidheidsdeskundigen" een groot probleem: ze genezen niet!
Als de "wisselend (over)aktieve patiënten", is dat volgens de "experts"
niet zo problematisch: ze gaan vanzelf wel piepen.
Dus, in de redeneertrant van onze "vermoeidheidsdeskundigen" is het essentieel dat
op de juiste wijze vastgesteld wordt of het een "passieve" of "aktieve" patiënt betreft.
De meest geëigende methode daartoe is volgens de auteurs een aktometer
(klik hier).
Maar omdat dat vaak duur en onpraktisch is
(CVS-patiënten krijgen blijkbaar al te veel medische zorg...),
zijn vragenlijstjes een goedkoop alternatief.
De auteurs stellen zelf vast dat geen van de 3 geteste vragenlijsten echt betrouwbaar is.
De logische gevolgtrekking luidt:
Stop met vragenlijstjes, bijvoorbeeld om CVS vast te stellen en "genezing" te meten.
Gebruik uitsluitend harde maatstaven (zoals dubbele fietstesten, bloedonderzoek etc).
Maar de ervaring van de laatste 10 jaar leert dat
konsekwent handelen niet het sterkste punt van onze "experts" is...
Citaten uit de studie:
In the trial of Prins et al. [7] it turned out that
passive CFS patients showed almost no improvement.
It is especially important that
passive patients are being recognized correctly,
as they do not recover
when they receive the protocol for active patients [7,11].
When active patients accidentally receive the passive protocol,
the consequences are less problematic.
They start complaining quickly of exhaustion
when increasing their already fluctuating activity pattern;
this protest alerts the therapists
and enables them to adjust the protocol
so that recovery can still be reached.
Clinical assessment of
the physical activity pattern of chronic fatigue syndrome patients:
a validation of three methods
Health and Quality of Life Outcomes 2009, 7:29
Scheeres K, Knoop H, van der Meer J, Bleijenberg G.
Background:
Effective treatment of chronic fatigue syndrome (CFS)
with cognitive behavioural therapy (CBT)
relies on a correct classification of
so called fluctuating active versus passive patients.
For successful treatment with CBT
is it especially important
to recognise the passive patients
and give them a tailored treatment protocol.
In the present study
it was evaluated whether CFS patients physical activity pattern
can be assessed most accurately with
the Activity Pattern Interview (API),
the International Physical Activity Questionnaire (IPAQ) or
the CFS-Activity Questionnaire (CFS-AQ).
Methods:
The three instruments were validated compared to actometers.
Actometers are until now the best and most objective instrument
to measure physical activity,
but they are too expensive and time consuming
for most clinical practice settings.
In total 226 CFS patients
enrolled for CBT therapy
answered the API at intake and
filled in the two questionnaires.
Directly after intake they wore the actometer for two weeks.
Based on receiver operating characteristic (ROC) curves
the validity of the three methods
were assessed and compared.
Results:
Both the API and the two questionnaires
had an acceptable validity (0.64 to 0.71).
None of the three instruments was significantly better than the others.
The proportion of false predictions was rather high
for all three instruments.
The IPAQ had the highest proportion of correct passive predictions (sensitivity 70.1%).
Conclusions:
The validity of all three instruments appeared to be fair,
and all showed rather high proportions of false classifications.
Hence in fact none of the tested instruments could really be called satisfactory.
Because the IPAQ
showed to be the best in correctly predicting passive CFS patients,
which is most essentially related to treatment results,
it was concluded that
the IPAQ is the preferable alternative for an actometer
when treating CFS patients in clinical practice.
doi:10.1186/1477-7525-7-29
PMID: 19338668 [PubMed - as supplied by publisher]
bron:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19338668
uitgebreide versie studierapport (pdf):
http://www.hqlo.com/content/pdf/1477-7525-7-29.pdf
Met dank aan Rob.
|