Ian Lipkin (“virus hunter” en hoogleraar aan de Columbia University,
die verwikkeld is in een rechtszaak
aangespannen door zijn voormalige partner dr. Mady Hornig)
gaat de komende jaren, gefinancierd door het NIH, drie onderzoeksprojecten uitvoeren.
Het derde onderzoeksproject richt zich op de biologische response op inspanning.
Hierover zal later bericht worden.
Die eerste twee onderzoeksprojecten zijn gebaseerd op de veronderstelling dat
de oorzaak van ME/CVS in de darmen terug te vinden is (darmdysbiose).
Er zijn (minstens) twee manieren darmdysbiose symptomen kunnen veroorzaken:
via de metabolieten (stoffen) die door een ongezond darmsysteem geproduceerd worden,
of de complexe wisselwerking (tweerichtingsverkeer) tussen de darmflora en het immuunsysteem.
In het eerste project gaan Lipkin en collega's m.b.v. 'DNA sequencing' de 'volledige' darmflora
van 97 patiënten in kaart brengen (niet alleen bacteriën, maar ook virussen en schimmels).
Een aanleiding voor dit onderzoeksproject is onder meer een studie uit 2017.
Het tweede onderzoeksproject van het team van Lipkin bestaat eigenlijk uit twee delen.
Het eerste deel richt zich op het gedetailleerd bestuderen van het afweersysteem
door de witte bloedcel-proteïnen in kaart te brengen m.b.v.:
- Epigenomics: analyse van de chemische wijzigingen (zoals methylering) en histonen
die de genexpressie beïnvloeden, zonder dat het genetische materiaal DNA) verandert.
- Transcriptomics: analyse van de RNA transcripten, met name messenger RNA (de eerste tussen-
producten van de productie van eiwitten op basis van de 'receptuur' die in het DNA vastligt)
- Proteomics: analyse van de proteïnen die in het menselijk lichaam aanwezig zijn, en
- Metabolomics: studie van de chemische processen die door enzymen (speciale eiwitten)
in gang gezet worden, door de metabolieten van eiwitten te nauwkeurig te analyseren.
Door alle fasen (van DNA tot aan de wisselwerking tussen de geproduceerde eiwitten)
in kaart te brengen, hopen de onderzoekers ook te kunnen vaststellen
waar de afwijkingen tussen patiënten en 'gezonde proefkonijnen' precies ontstaan.
In het tweede deel van dit project zullen de onderzoekers proberen
de wijzigingen in de darmflora in verband te brengen met de wijzigingen in het afweersysteem.
In dit project wordt tevens gebruik gemaakt van een techniek om antilichamen in kaart te brengen:
antilichamen tegen 'lichaamsvreemde stoffen' (eiwitten die door pathogenen geproduceerd worden)
en antilichamen tegen lichaamseigen stoffen (eiwitten),
zodat vastgesteld kan worden wat de (afwijkende) immuunresponse veroorzaakt:
de eiwitten van pathogenen ('indringers') of de eigen eiwitten (auto-immuniteit).
Tevens zullen de darmen, het speeksel en het bloed van patiënten
op (bekende) schimmelinfecties en bacteriële infecties onderzocht worden.
Het project heeft veel in zich om duidelijkheid te verschaffen en verbanden te leggen.
Maar ja, het succes valt en staat bij de patiënten die in deze studie onderzocht worden..
Voor een uitvoerige Engelstalige samenvatting van de onderzoeksprojecten,
klik op onderstaande afbeelding:
|