Follow FrankTwisk on Twitter  
   

 

 

 

 

Referentiecentra schieten tekort (de Standaard),

reden voor het mislukken van CGT/GET onduidelijk! (KCE)

 

 

 

 


 

De hoge Gezondheidsraad en het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg

hebben bevestigd hetgeen in 2006 al vastgesteld werd (klik hier en hier) en

door ME/CVS-patiënten(belangengroepen) al jaren geleden voorspeld werd (klik hier):

de "multidisciplinaire" aanpak van de Belgische "referentiecentra" (CGT/GET) werkt niet.

 

Spijtig genoeg blijkt dat het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg

de tot mislukken gedoemde koers niet fundamenteel zal wijzigen getuige

  • de ononderbouwde stelling dat de biopsychosociale aanpak het meest geschikt is
  • en het feit dat het Kenniscentrum in haar invulling van "multidisciplinair team"
  • alleen plaats inruimt voor kinesitherapeuten, psychologen en artsen én

    geen ruimte biedt aan medici wiens vakgebied het meest toepasselijk is:

    virologen, immunologen, neurologen, kardiologen, endokrinologen etc.

De klapper op de vuurpijl (wat mij betreft):

 

Daarvan [CGT/GET] is wel bewezen dat ze voordelen bieden, tenminste als ze aangepast zijn aan de specifieke situatie van CVS en geleid worden door ervaren therapeuten. De resultaten in de centra vallen echter tegen en de reden hiervoor is niet duidelijk.

 

Die reden lijkt mij wel duidelijk:

de stelling dat "CGT/GET bewezen hebben voordelen te bieden" is blijkbaar onjuist!

 

 

En weer gaan kostbare jaren voor ernstig zieke ME/CVS-patiënten verloren...

 

 


 

 

 

Binnenland (pagina 12)

 

woensdag 01 oktober 2008

 

CVS-centra schieten te kort

 

BRUSSEL

 

De referentiecentra voor ... (CVS) geven teleurstellende behandelresultaten.

Weinig patiënten genezen er, zo blijkt uit evaluatie.

 

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=HM2170Q5

 

 


 

 

 

Chronisch Vermoeidheidssyndroom:

zorgverleners moeten meer samenwerken

 

Persbericht Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE)

 

30/09/2008

 

 

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en de Hoge Gezondheidsraad (HGR) maakten een balans op van de werking van de referentiecentra voor CVS (Chronisch Vermoeidheidssyndroom), die opgericht werden in 2002. De behandelresultaten van de centra waren eerder teleurstellend en er bestaat tot hiertoe geen enkel wetenschappelijk bewijs dat diagnose en behandeling best in dergelijke centra gebeuren. Bovendien zijn de centra er niet in geslaagd om een zorgorganisatie op te zetten in samenwerking met de eerstelijnszorg (huisartsen, kinesitherapeuten, psychologen…) en nabijgelegen ziekenhuizen. Dit was nochtans één van hun belangrijkste doelstellingen. Het KCE en de HGR bevelen aan om het verder zetten van de referentiecentra strikt te koppelen aan het uitbouwen van een gestructureerd zorgnetwerk. Dit moet gepaard gaan met een wetenschappelijke evaluatie van de resultaten.

 

In 2002 richtte de Belgische overheid 5 referentiecentra voor CVS op. Ze was daarmee één van de koplopers in Europa. De referentiecentra zijn verbonden aan een universitair ziekenhuis (UCLouvain, UZ Leuven, UZ Antwerpen, UZ Gent voor volwassenen; en UZ Brussel voor kinderen en jongeren). Ze bieden een multidisciplinaire behandeling aan door artsen, kinesitherapeuten, psychotherapeuten, enz.

 

Uit een onderzoek van het RIZIV in 2006 blijkt dat hun resultaten beperkt blijven: de patiënt klaagt wel minder van vermoeidheid, maar op gebied van levenskwaliteit, werkhervatting en inspanningscapaciteit is er geen duidelijke verbetering. Binnenkort vervalt de financieringsovereenkomst tussen het RIZIV en de centra. De vraag is of de financiering moet voortgezet worden of dat er een andere aanpak bestaat die betere resultaten biedt.

 

De oorzaak van CVS is nog altijd niet gekend. De meest geschikte benadering is die van het biopsychosociale model: CVS zou worden uitgelokt door fysieke én psychosociale klachten die elkaar in stand houden en versterken. Essentieel voor de diagnose van CVS, is een invaliderende vermoeidheid gedurende 6 maanden. Gemiddeld 7% van de CVS patiënten herstelt zonder behandeling, meestal binnen de eerste 5 jaar. Zonder medische tussenkomst verergeren de symptomen bij 5 tot 20% van de gevallen. Een behandeling kan bij 40% van de CVS gevallen de situatie verbeteren, maar garandeert geen genezing. Jongeren hebben meer kans om te genezen dan volwassenen. Hoe vroeger CVS wordt behandeld, hoe meer kans er is om met de aandoening een normaal leven te kunnen leiden.

 

Wat zeker duidelijk is, is dat er tot hiertoe geen enkele medicatie bestaat die CVS kan genezen. De Belgische centra passen cognitieve gedragstherapie en graduele oefentherapie toe. Daarvan is wel bewezen dat ze voordelen bieden, tenminste als ze aangepast zijn aan de specifieke situatie van CVS en geleid worden door ervaren therapeuten. De resultaten in de centra vallen echter tegen en de reden hiervoor is niet duidelijk. Daarom dringt een strikt wetenschappelijke evaluatie zich op.

 

Bij de oprichting van de centra was één van de belangrijkste doelstellingen dat ze een zorgcircuit zouden organiseren in samenwerking met huisartsen, therapeuten en ziekenhuizen. Tot nu toe werd deze doelstelling niet door de centra gerealiseerd. Zowel het stellen van de diagnose, als de volledige behandeling gebeurden tot hiertoe uitsluitend in de referentiecentra zelf.

 

Het KCE en de Hoge Gezondheidsraad pleiten daarom voor een meer gestructureerde, wetenschappelijk gefundeerde zorgorganisatie, met een centrale rol voor de eerste lijnszorg (huisarts, kinesitherapeut, psycholoog…), in samenwerking met de tweede lijnszorg (nabijgelegen ziekenhuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, …) en het referentiecentrum. Zoals vermeld werd in een rapport van de Hoge Gezondheidsraad (Advies van de HGR nr 7814/2005) zal men daarbij met een aantal belangrijke knelpunten rekening moeten houden.

 

 

 

bron: http://www.kce.fgov.be/index_nl.aspx?SGREF=5260&CREF=11641

zie ook: http://ww.kce.fgov.be/index_nl.aspx?SGREF=5260&CREF=11648

 

 

KCE reports 88A

Chronisch Vermoeidheidssyndroom:

diagnose, behandeling en zorgorganisatie.

Auteurs:

Stordeur S, Thiry N and Eyssen M

Studie nr :

2007-32-04

Domein :

Health Services Research (HSR)

Keywords : 

Fatigue Syndrome, Chronic; Health Services Research; Evidence-Based Medicine; Diagnosis; Developed Countries

Taal:

Het rapport is beschikbaar in het Engels met een Nederlandse samenvatting. Het supplement is beschikbaar in het Engels.

 

 

rapport: hhttp://www.kce.fgov.be/Download.aspx?ID=1222

bijlagen: http://www.kce.fgov.be/Download.aspx?ID=1224

 

 


 

Met dank aan Orchidee die mij attent maakte op het krantenartikel in de Standaard.