Volgens een studie van Max Nelson en collega's waarin 16 'ME/CVS'-patienten en 10 inactieve,
gezonde proefpersonen een dubbele inspanningstest (herhaalde fietstest) ondergingen, is
een afname van 6,3% tot 9,8% van de anaerobe drempel onderscheidend op dag 2 voor 'ME/CVS'.
Deelnemende patiënten voldeden aan de CVS-Fukuda-, ME/CVS-CCC- en/of ME-ICC-criteria.
Opvallend is dat andere prestatiemaatstaven (zuurstofopname bij de anaerobe drempel, maximaal inspanningsvermogen en maximale zuurstofopname/VO2max) de tweede dag niet verslechterden.
Dit in tegenstelling tot een aantal studies die door anderen uitgevoerd werden: klik hier,
hier en hier.
Er zijn minstens drie mogelijke verklaringen voor deze discrepantie:
- verschillen in de gebruikte testmethoden, zo was in deze studie een 'respiratoir
exchange ratio'' <1,1 (een maatstaf voor maximale inspanning) geen verplicht criterium,
- een groot aantal deelnemers met de diagnose (zelfdiagnose?) CVS, en
- het feit dat alle deelnemende patiënten zichzelf niet als 'ernstig geval' kwalificeerde,
hetgeen geillusteerd wordt door de relatief hoge zuurstofopname van de deelenemers op dag 1
(in deze studie circa 30 ml/kg/min, in andere studies aanzienlijk lager: klik hier,
hier en hier).
Ondanks de constatering dat de uitkomsten sterk zullen afhangen van de diagnose (ME of CVS),
zijn dubbele fietstesten een belangrijke methode om inspanningsintolerantie objectief vast te stellen.
Diagnostic sensitivity of 2-day cardiopulmonary exercise testing
in Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome.
J Transl Med. 2019 Mar 14;17(1):80. doi: 10.1186/s12967-019-1836-0. https://doi.org/10.1186/s12967-019-1836-0. PMID: 30871578.
Nelson MJ, Buckley JD, Thomson RL, Clark D, Kwiatek R, Davison K.
Abstract
Background
There are no known objective biomarkers to assist with the diagnosis of
Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome (ME/CFS).
A small number of studies have shown that
ME/CFS patients exhibit an earlier onset of ventilatory threshold (VT)
on the second of two cardiopulmonary exercise tests (CPET) performed on consecutive days.
However, cut-off values which could be used
to differentiate between ME/CFS patients have not been established.
Methods
16 ME/CFS patients and 10 healthy controls
underwent CPET on a cycle-ergometer on 2-consecutive days.
Heart rate (HR), ventilation, ratings of perceived exertion (RPE) and
work rate (WR) were assessed on both days.
Results
WR at VT decreased from day 1 to day 2 and
by a greater magnitude in ME/CFS patients (p < 0.01 group x time interaction).
No interaction effects were found for any other parameters.
ROC curve analysis of the percentage change in WR at VT
revealed decreases of -6.3% to -9.8% provided optimal sensitivity and specificity respectively
for distinguishing between patients with ME/CFS and controls.
Conclusion
The decrease in WR at VT of 6.3-9.8% on the 2nd day of consecutive-day CPET
may represent an objective biomarker that can be used to assist with the diagnosis of ME/CFS.
Keywords
Chronic Fatigue Syndrome; Myalgic Encephalomyelitis; Ventilation; Biomarkers; Fatigue; Exercise
https://translational-medicine.biomedcentral.com/track/pdf/10.1186/s12967-019-1836-0
|
