Onlangs verschenen er drie studies over het effekt van inspanning bij ME/CVS-patiënten
van de onderzoeksgroep van Dr. Snell en Dr. VanNess (University of the Pacific, Californië).
Een daarvan (een dubbele inspanningstest is essentieel om inspanningsintolerantie aan te tonen)
werd reeds eerder toegelicht: klik hier.
Voor de derde studie uit de serie
(over melkzuur en glukose in het bloed en het reaktievermogen na een inspanningstest):
klik hier.
De belangrijkste konklusies uit onderstaande studie:
◊ |
85% van de "inaktieve mensen" is na een dag hersteld van de inspanning, 100% na 2 dagen.
Na twee dagen is pas 5% van de ME/CVS-patienten (1 patiënt) "hersteld" van de inspanning. |
|
|
|
|
◊ |
De klachten (aantal en ernst) nemen toe door een (eenmalige) inspanning! |
|
|
|
|
◊ |
De auteurs stellen dat bij het voorschrijven van oefen-en-aktiviteitenprogramma's (CGT/GET)
altijd rekening gehouden moet worden met de gevolgen van inspanning (verzwakking!). |
|
|
|
◊ |
De SF36 vragenlijst (die door het CDC voorgesteld en voorgeschreven wordt om
"CVS" op "gestandaardiseerde wijze vast te stellen":
klik hier)
weerspiegelt derhalve nauwelijks de lage herstelkapaciteit/lange herstelduur en een toename van klachten-na-inspanning.
|
* sedentair betekent vrij vertaald: lichamelijk en/of geestelijk inaktief, een zittend leven leidend.
Het is zaak dat politici in gaan zien dat de adviezen van de Gezondheidsraad en "vermoeid-
heidsexperts" uit Nijmegen, Utrecht en Maastricht schadelijk zijn voor ME/CVS-patiënten!
Post-exertional Symptomology In Chronic Fatigue Syndrome (CFS)
Medicine & Science in Sports & Exercise: Volume 39(5) Supplement,
May 2007, p S445
Stiles, Travis L.; Snell, Christopher R.; Stevens, Staci R.; Moran, Megan; VanNess, J. Mark
Symptom exacerbation following physical stress has been documented in illnesses
such as multiple sclerosis (MS), lupus and rheumatoid arthritis (RA).
Similar phenomenology has been reported in CFS but is not well understood.
PURPOSE:
The purpose of this study was to explore symptom exacerbation
following an exercise challenge in CFS patients relative to a sedentary control population.
METHODS:
Forty female subjects (n=40),
20 CFS and
20 matched sedentary controls served as subjects.
All participants underwent a graded maximal cardiopulmonary exercise test (CPX).
Two questionnaires, Short Form-36 (SF-36) and a series of open-ended questions,
were completed 7 days after the exercise challenge
to assess post-exertional differences between groups.
The open-ended questions pertained to symptoms
experienced following the test
and time taken to recover from any testing effects.
SF-36 data were analyzed using a multivariate analysis.
Written questionnaire responses were evaluated by determining recovery time in days
as well as number and type of symptoms experienced.
RESULTS:
SF-36 analysis found statistical significance
across all 8 health domains measured between groups (p <.01),
but no effects were found for the exercise test.
Analysis of the open-ended questionnaires revealed that
within 24 hours of the exercise challenge,
85% of controls indicated full recovery in contrast to 0% of CFS patients.
The remaining 15% of controls recovered within 48 hours of the test
as opposed to only one CFS patient.
Clear differences in number and type of reported symptoms were also found between groups.
CONCLUSIONS:
The results of this study indicate that
CFS patients suffer symptom exacerbation following physical stress.
As with MS, lupus and RA, post-exertional symptom exacerbation
appears to be both a real and incapacitating feature of the syndrome.
The delayed recovery response evoked by a single bout of exercise stress
is distinctly different from that of sedentary controls.
The debilitating effects experienced by these patients help to explain activity avoidance,
which should be considered when prescribing exercise and activity management programs
for CFS patients.
© 2007 The American College of Sports Medicine
Bron:
http://www.acsm-msse.org/pt/re/msse/fulltext.00005768-200705001-02583.htm
|